anneeikelboom.reismee.nl

Malawi 2016

Lieve allemaal,

Jaja een nieuw verhaal. Misschien hebben sommigen van jullie het wel al gehoord, Joke en ik zijn, eindelijk, teruggegaan naar Malawi. Daar hoort natuurlijk een verhaal bij.

Het begon op een zonnige zondag morgen in Alkmaar, ik had het met mama over de zomervakantie en wat we wilden gaan doen. Joke en ik wilden naar Afrika maar als we de kinderen op mijn school niet konden zien voelde dat toch een beetje gek. Dus besloten we ÂŽgewoonÂŽ, voor anderhalve week, in de meivakantie te gaan. Joke was voor, ik regelde twee dagen extra vrij op mijn werk en de tickets werden geboekt. Naarmate de reis dichterbij kwam moest er steeds meer geregeld worden. We wilden ook niet met lege handen aankomen dus op onze verjaardag hebben we nog geld ingezameld voor Malawi. Ook daarna doneerden vrienden, familie, collegaÂŽs en zelfs een ouder van een leerling van mij ook nog geld.

Wat deze, soms nieuwe vrienden, niet weten is dat we twee jaar geleden ook veel geld hebben ingezameld toen we naar Malawi gingen. Hier hebben we destijds een kippenren van gebouwd. Met binnenplaats en buitenplaats, een plek om eieren te leggen. Een heuse aanbouw aan het hostel van de kinderen. Vorig jaar heb ik het resterende geldbedrag overgemaakt, hier hebben ze deuren van betaald om het terrein af te sluiten zodat de kippen los kunnen rondlopen en interactie kunnen hebben met de leerlingen. Zie voor meer informatie de eerdere blogs en fotoÂŽs van de bouw van de ren.

Vrijdag, nadat ik nog de hele dag had gewerkt, verzamelden we om 16.30 op Schiphol. Nadat we alle onnodige spullen, ov chip, huissleutels e.d. bij pap hadden ingeleverd kwamen we er achter dat we beide, zo®n goed team, nog moesten uitchecken.. Een goed begin
. , hoe ging die ook alweer verder?

Na het afscheid probeerden Joke en ik nog wat dingen te regelen, geld wisselen, hotels boeken.. Echter deed de creditkaart het niet, wij handelden meteen adequaat en belden Visa op (Het was inmiddels 30 voor we zouden vliegen). De meneer aan de telefoon was heel behulpzaam en concludeerde dat het een oude was, die eind 2014 al verlopen Ă©n vervangen was. SHIPS
 We waren nog niet eens weg..

Maar vanaf nu kon het alleen maar beter worden, dat snap je wel! We hadden een prima vlucht, waren erg enthousiast dat we een film konden kijken in het vliegtuig, spraken met een Malawiaan die inmiddels in Engeland woonde (en vroeger echt heel graag ÂŽmice on stickÂŽ at) en betaalden blij de 75 dollar per persoon die Malawi nu als welkomstgeschenk vraagt aan Nederlands (dat betalen Malawianen ten slotte ook als ze naar Nederland willen). Twee leerkrachten en Joseph (mijn vroegere stagebegeleider) stonden al te wachten voor het gebouw van het vliegveld. We werden hartelijk ontvangen! Het was inmiddels 15.00 en het wordt daar rond 17.30 donker, en we hadden een hoop te doen. Eten halen voor het feestmaal, geld pinnen/wisselen Ă©n een wisselstekker kopen (oh ja.. ook vergeten). Helaas was er een reparatie gaande bij de bank waardoor je tot en met dinsdag (het was zaterdag!!) geen geld op kon halen.. werd ons verteld. Gelukkig kon Joseph geld aan ons lenen Ă©n was de markt lang open. We haalden rijst (mpunga), tomaat (matti matti), boontjes (grean beans?) en vlees. De slager was een bijzondere ervaring, nadat 4 mannetjes zich hadden opgedrongen en we er uiteindelijk Ă©Ă©n hadden gekozen kwamen we z’n slagerij binnen. Vieze muren, een groot blad waar al het vlees op gekwakt was, met de botten er nog in. Joke en ik besloten dit maar niet te eten de volgende dag, de kinderen worden hier niet meer ziek van gelukkig.

Rond een uur of 6, het was inmiddels pikkedonker, kwamen we aan bij het hostel van de kinderen. Ze stonden buiten een welkomst lied te zingen. “We sing a song to wel(o)come Anne”. We waren ontroerd, gaven iedereen een hand/knuffel en vertrokken daarna tevreden naar ons bed.

Zondag hielpen we in het Hostel de kok mee met het koken van de maaltijd. Het vlees had buiten gelegen want er was geen stroom. Suzen, Ă©Ă©n van de leerlingen, vroeg naar S. haar ‘friend’. Dit is Ă©Ă©n van mijn leerlingen in Nederland. Een aantal maanden geleden zijn we een ‘penvrienden’ project gestart. De eerste brieven waren daar aangekomen, de antwoord brieven heb ik weer mee naar Nederland genomen. Ook Chifundo was benieuwd naar zijn Nederlandse vriend: “Madame, is Cl. A boy?” In de avond aten we het eten, de kinderen waren erg verheugd toen ze voelden dat er een banaan op hun bord lag. De normale maaltijd van nsima (maispap) en bonen was goed vervangen! Na het eten waren er een aantal toespraken. Joke en ik werden hartelijk welkom geheten, zo gewaardeerd als deze mensen je kunnen laten voelen is iets unieks, en wederom toegezongen. Joke en ik hebben hen ook nog toegezongen, als dank voor het warme welkom! Helaas kon de geplande disco niet doorgaan aangezien er nog steeds geen stroom was.

Maandag was een vrije dag, we gingen naar de stad om geld op te halen. Voor het eerst weer in die minibus waar we zulke goede herinneringen aan hadden. Om jullie geheugen nog even op te frissen, de minibus: minimaal 24 man in een wit busje (je zit ongeveer bij elkaar op schoot), vaak gebroken voorruit, kippen, kinderen en zakken mais zijn van harte welkom, straat verkopers verkopen naast de bus lolly’s, zonnebrillen e.d. Ă©n de geur is vaak iets minder fris dan in een Nederlandse bus.

Eenmaal veilig aangekomen in Limbe, de dichtstbijzijnde stad, liepen we naar de bank. Hij zou het weer moeten doen.. Joke was haar pinpas vergeten en mijn pas deed het niet. Oh jee.. nog iets vergeten.. onze pas op ‘wereld’ zetten. Het was een vrije dag dus de banken waren dicht
 de wisselkantoren (we hadden een hoop euro’s mee) ook.. gelukkig was er een internetcafĂ© open. Nadat we hadden gewacht tot de generator gerepareerd was (er was nog steeds geen stroom) logden we in op ING en zetten we onze passen op wereld. Met nog net genoeg geld keerden we terug naar huis.

In de middag hadden we vergadering over de kippen ren, het hele ‘kippencommittee’ was aanwezig. We gaven aan hoeveel we dit keer wilden doneren en zij vertelden hoe ze het tot nu toe hadden aangepakt, wat de ‘struggles’ waren en wat de plannen voor de toekomst.

3 mei gingen we op weg naar Zomba, de stad waar Joke twee jaar geleden vrijwilligerswerk had gedaan. We luisterden in de minibus naar DJ Mboozie (dj geit) mùhùhù. In Limbe nog geld gepind, stof gehaald voor jurken die we lieten maken en rechtzodiegaat naar Zomba. Hier sliepen we in een heerlijk hostel voor backpackers, van de Nederlandse vrijwilligersorganisatie Be More. Eindelijk een warme douche. Woensdag vertrokken we vroeg naar het project: Mawa, een project van Be More in een dorpje buiten Zomba. Een dorpje zonder elektriciteit. We hebben een eigen kamer met prima bedden, een hokje met een gat als toilet en een hokje met een grote bak water als douche. We begonnen de dag met het kennismaken met ouders van kinderen met een beperking, samen lieten we een stel geiten uit. Ha, wat een hilariteit. De geit met z’n poot aan een touwtje, die vrouwen trokken er ruw aan en Joke en ik gaven de geit maar een naam en spraken hem vriendelijk toe.. De manier van de vrouwen werkte wel beter (en sneller). Goede gesprekken waren moeilijk omdat de vrouwen bijna geen Engels konden. In de middag hielpen we met het bouwen van een wc hutje voor een oudere vrouw in het dorp. Eerst met grote takken het skelet en daarna lange grassprieten ertussen. Dit moesten ze elke 6 maanden opnieuw doen. Bij kaarslicht gegeten (twee minuten stil gedaan), boekje gelezen en genoten van de mooie sterrenhemel. Deze is hier mooier dan ooit, met een donker land zijn de sterren het best. De volgende dag voelde Joke zich niet erg lekker helaas, ik ben alleen gaan tuinieren met de vrouwen van de HIV/AIDS supportgroup. We hebben uien geplant en flink wat grootgroeiend ‘onkruid’ weggemaaid.

Vanuit Zomba gingen we vrijdag langs de grootste supermarkt in Malawi, hier ontmoetten we Comfort, Ă©Ă©n van de gidsen die mee was op mijn Nomads reis van Zuid Afrika naar Kenia. Zij woont in Malawi. Even snel langs huis en samen met de nieuwe Noorse mensen (die nu in mijn oude huisje wonen) richting Mulanje. Mulanje staat op drie van de hoogste bergen van Afrika. Bepakt met slaapzakken, bergschoenen en veel warme kleren gingen we op weg. Het duurde wat langer dan gehoopt aangezien we moesten wachten tot de hele bus vol was voor we konden gaan. De kroeg ‘What about’ liep leeg voor onze neus, wat lollig was. Ook stond er een vrachtwagen met een varken en een geit er boven op gebonden, levend.. minder lollig.

Net voor donker kwamen we aan bij onze dorm onder aan de berg. Na een spelletje gingen we rond 8 uur maar naar bed, Joke kwam in de WC een stel mooi geklede vrouwen tegen die haar vertelden over het koor waar ze bij hoorden. Joke en ik sloten nog even aan, zongen een aantal hele mooie gospel liederen (in Chichewa, de lokale taal) mee met het koor en gingen zelfs nog even met ze op de foto.

De volgende ochtend vertrokken we vroeg om de berg te gaan beklimmen, er werden een gids en porters (dragers van je tas) gekozen met het roulatie systeem. Ze hadden een uur om nog even voedsel en spullen te halen. Nadat ze terug waren gingen we op weg. Het was 3 uur wandelen.. Na een klim van 3 uur kwamen we aan bij een plateau. Maar nee, we waren er nog niet, vanuit hier moesten we nog twee uur wandelen. Toen we er bijna waren zei onze gids: “it is still 7 minutes”, aangezien de timemanagement niet helemaal correct was rekenenden we dan dus op een half uur. Super mooi landschap en geweldige uitzichten. De cola die boven in de hut zou staan zorgde ervoor dat de moed ons niet in de schoenen zonk. Het was dan ook het meest fijne flesje cola ooit. Na een aantal heerlijke zoete aardappels (niet de best gekozen maaltijd als je ze de berg op moet sjouwen) en een kop thee gingen we met al onze kleren aan naar bed. Het was ijzig koud. De volgende dag hoefden we ons gelukkig niet aan te kleden, dat scheelde, alle kleren hadden we al aan! Na een kop thee en een broodje pindakaas (waar we al twee dagen op leefden, ‘breadparty’) gingen we de daling tegemoet. Erg mooie wandeling! Soms wat eng met naar beneden glijdende steentjes waar je niet mee naar beneden wilde glijden. Op de helft vonden we de waterval waar we twee jaar geleden ook in hadden gezwommen, wat een heerlijke afkoeling (onze laatste douche was al weer even geleden, was een mooie bijkomstigheid). In de bus terug rook ik heerlijk als een echt Malawiaan! Helaas zei ik dat in het Engels.. gelukkig moesten ze er om lachen.

Eenmaal thuis waren we helemaal gesloopt.. Maar er moest nog gediscoot worden. We hoopten lichtjes dat het niet door zou gaan, maar tijdens het eten werd ik gebeld door de broeder van de muziek: “Where are you? The disco is ON”. Goed.. change of plan, we kleedden ons om en stonden 5 min later klaar om te gaan. Tijdens het wachten zongen we vader Jacob met de guard, leerde hij ons Chichewa en probeerden we uit te leggen waar Nederland lag.. Na een half uur werden we dan eindelijk opgehaald voor de disco. Met popcorn en limo maakten we de kinderen blij, iedereen een ballon in de hand en dansen voor je leven. De moeheid verdween voor een tijdje!

Maandag bezochten we de school, hier was niet veel veranderd. De leerkrachten waren nog steeds niet op tijd, of ze kwamen helemaal niet. De leerlingen waren er wel, ze wachtten geduldig tot de leerkracht zou komen en de les zou beginnen.

Joke en ik haalden onze jurken op in Limbe, we gaven het gedoneerde geld aan de ‘teacher in charge’ en brachten nog een kort bezoek aan Joseph. Na een afscheidsdrankje bij onze Noorse vrienden, onze eerste ‘Green’, gingen we voldaan naar huis.

Dinsdag pakten we onze spullen, maakten een wereldkaart voor de guard, betaalden de huur en namen we afscheid van de kinderen. Om 12 uur brachten Joseph, zijn zoon en twee leerkrachten ons weer naar het vliegveld. We hadden een goede vlucht en kwamen op de geplande tijd in Nederland aan. Daar zagen we pap en mam al wild zwaaien door de ramen. We waren weer thuis.

Twee jaar geleden dacht ik dat ik nog wel eens terug zou komen. Nu weet ik dat Malawi een land zal blijven waar ik regelmatig naar terug zal keren. We hebben boeken gehaald om de taal te gaan leren zodat we ook met de kinderen en de oudere mensen in de dorpen kunnen communiceren Ă©n zodat we stiekem alle gesprekken kunnen horen die de mensen over ons voeren terwijl ze denken dat we het toch niet verstaan J

Voor als je nog niet uitgelezen bent:

Wist je dat:

- Het dak op het vliegveld van Addis Abbeba wat lekte? Een vrouw zoog gelukkig elk uur netjes de plas water weer op.

- Rosie, Ă©Ă©n van de leerlinge, onze achternaam nog wist?

- We bij de bank mochten plassen? Er was geen wc dus we mochten via de personeels deur, trapje op, hoekje om naar de personeels wc.. Ik denk dat onze witte kleur hier wel invloed op heeft gehad..

- De Malawianen toch wel bijzondere namen hebben: Battery, Nevermind, Tonic, Prince of Darlington.

- Winkels en andere gebouwen ook hun best doen: “Our heavenly supermarkt” en de “What about” kroeg.

- Een vrouw in een dorp had gevraagd of mensen in Nederland ook dood gaan? Of er ook mensen met een beperking wonen?

- EĂ©n van de leerkrachten verbaasd was dat we in Nederland ook ‘blackies’ hadden toen hij de foto’s van mijn leerlingen bekeek.

Laatste verhaal: Tanzania

Lieve mensen,

Dit is alweer mijn laatste verhaal. Morgen vlieg ik om 22.25 uur Keniaanse tijd terug richting Amsterdam. Om 5.40 uur zal ik weer op de Nederlandse bodem aankomen.

De laatste dagen hebben we voornamelijk doorgebracht in Tanzania. Een groot land met veel mooie bergen, landschappen en wederom veel drukte in de dorpjes en steden. We kwamen aan in Dar es Salaam, ‘house of peace’, en belandden meteen in de file. Er was genoeg te zien. Er zijn hier heel veel motors, die mensen vervoeren. Minibussen zoals in Malawi zijn er ook wel maar minder. Een man vertelde dat 90 % van de mensen in het ziekenhuis motorrijders zijn
 dit is echter wel al minder geworden hoorde ik later. “Omdat alle mensen die niet konden rijden inmiddels dood zijn.” Goed.. maar niet met het openbaar vervoer. Bij onze verblijfplaats genoten we van de Indische oceaan, helder blauwe zee, mooie stranden, niet verkeerd. Dit konden we gelukkig voortzetten op onze trip naar Zanzibar.

Om 6.30 vertrok de ‘ferry’, om 5.00uur vertrokken we vanaf onze campingplaats. Ik was erg bang dat ik zeeziek zou worden, wat ik op de pond naar Robbeneiland erg had gehad, maar het viel mee. Een meneer naast me vertelde dat ik het dek op moest gaan, dus dat deden we maar. Hij vertelde me van alles over Zanzibar, Tanzania en over zijn werk en familie. Hij nodigde me uit om naar Tanzania te verhuizen, ze hadden veel mensen nodig hier..

Eenmaal op Zanzibar werden we opgehaald door M. van de tourcompany die namens Nomad (waar ik mee reis) ons zouden begeleiden. Hij leek wat nerveus, vroeg vaak of alles goed ging en leerde ons al wat Swahili woordjes. “Als ik zeg: ‘poa’, zeggen jullie ‘poa’. Goed, we waren allemaal ouder dan 13.. maar het zorgde wel voor vermaak. Poa betekent overigens: ‘alles gaat goed’. We deden een ‘spicetour’ op een ‘farm’ op weg naar Nungwi, in het noorden, waar we verbleven. We roken aan planten en moesten dan raden wat het was, als een quiz, ja dit werd inderdaad geleid door diezelfde tourgids. Wel leuk om de plant van kaneel, nootmuskaat, vanille, kardemom, cacao en vele andere kruiden te zien. Ook proefden we lokaal fruit en zagen we hoe iemand kokosnoten uit de palmboom haalde door hier in te klimmen. Hij zong er een traditioneel lied bij, ‘jambo jambo’. Dit deed hij zo’n 4 keer per dag voor toeristen..

We kwamen naar Zanzibar met het idee van witte stranden en zwemmen in de helderblauwe oceaan. Helaas regende het de hele dinsdag morgen, vandaar dat we heerlijk aan het ontbijt zaten van 9 tot 14.00uur. Het ontbijt was inmiddels allang weg, maar we zaten lekker te kletsen en genoten van de wifi die we al een tijd niet hadden gehad. Toen de regen eindelijk gestopt was zijn we een stukje over het strand gelopen. Er komen dan veel mannetjes (nooit vrouwen) op je af om dingen te verkopen. Armbanden, kettingen, local gold (drugs), kaarten of ze nemen je mee naar hun ‘shop’ waar ze van alles en nog wat verkopen. Ook zagen we hier voor het eerst mensen van de ‘masai’. Dit zijn mensen die in lange doeken, pareo’s, gekleed gaan en vaak dieren (geiten en koeien) over de landschappen leiden als dagelijkse activiteit. Ze wonen in kleien hutjes, dragen veel sieraden en hebben nog traditionele rituelen als besnijdenissen, drinken van bloed voor echte mannen en de kledij. EĂ©n van de masai jongens vertelde me dat hij niet naar school was gegaan omdat hij voor de geiten moest zorgen. Zijn broers waren wel naar school gegaan, het was om en om.. Het was grappig om te zien dat de kledij ze redelijk ‘ouderwets’ deed overkomen, toch liepen ze er soms erg hip bij met Eastpack tasjes, hippe telefoons, zilveren kettingen en zonnebrillen.

Als activiteit kon je kiezen om met dolfijnen te zwemmen in de oceaan, dat kon ik natuurlijk niet laten liggen. Met 5 man gingen we richting het zuiden van het eiland waar de dolfijnen kwamen. We zagen ze redelijk snel, ze zwommen in grote groepen, het was erg gaaf om te zien. Als we ze zagen sprongen we gauw in het water en keken we door onze duikbril naar beneden, waar ze onder ons door zwommen. Super! Ook gingen we nog snorkelen, super mooie vissen en geweldig mooi (veel roze) koraal. Helaas was ik, net als de vorige keer, vergeten dat als je snorkelt je onder het water in de brandende zon zwemt. Het water weerkaatst en maakt de zon alleen maar erger, waardoor ik en mijn roommate die avond tomaatrode ruggen hadden.. gelukkig waren we beide slachtoffer, en konden we elkaars ruggen mooi insmeren met aftersun voor we gingen slapen.

In Stone town, de grootste stad van Zanzibar, mocht je niet met te blote kleren lopen. Wij droegen dan ook allemaal kleren over de knie en over de ellebogen. Super warm, dat wel. Het was erg druk en vol met toeristen en mensen die op de toeristen afkomen. Veel winkeltjes met souvenirs en dingen die je in heel Afrika kunt kopen zoals beeldjes, maskers, wikkeldoeken etc. EĂ©n winkel was speciaal, er stonden een stuk of 8 televisies. Kinderen zaten op krukjes voor de televisie en speelden allemaal viva (voetbal spel op een spelcomputer). Ik werd me er weer eens bewust van dat als ik vaker naar Afrika wil dat ik dan een assertiviteitscursus moet gaan doen.. Iedereen die me wat wil verkopen sta ik vriendelijk te woord, dit zorgt er voor dat alles erg lang duurt en dat het aan het eind erg pijnlijk wordt voor beide partijen..

Na Zanzibar reden we via Lushoto verder naar Arusha. Vanuit hier worden de tours richting Serengeti National park en Ngorongoro conservation area georganiseerd. In de Ngorongoro wonen masai, dit is in het National park niet toegestaan.

Vrijdagmorgen vertrokken we met twee safari auto’s richting Serengeti. Door de plenzended regen kwamen we onderweg naar onze campingplaats al kamelen, giraffes, zebra’s, olifanten en zelfs echte leeuwen (met manen) tegen. We sliepen in het national park, wat ervoor zorgde dat je in de avond goed op moest letten waar je liep. Altijd je zaklamp mee en het liefst niet naar de wc in de nacht. Sommige mensen plasten in een fles, anderen voor de tent, ik stopte met drinken na 6 uur in de avond. De eerste nacht liepen er al buffels voor onze tent. De tweede nacht was het volle maan en werden we gewaarschuwd voor leeuwen.. Ook stonden er wat zebra’s te grazen, 3 meter van de tent, en passeerde er een olifant. Ook overdag zagen we een hoop dieren, zelfs cheeta’s die ik nog niet eerder had gezien. Op dag drie gingen we naar de Ngorongoro krater. Hier kwamen we de Masai weer tegen. Op de camping kwamen 4 jongens op mij af en vroegen of ik met ze op de foto wilde, voor 5 dollar.. Ze zijn hier al erg gewend aan toeristen. Ook haalden ze wat kettingen onder hun kleed vandaan die ik kon kopen. Nee, dankje. Ik vroeg ze daarentegen of ze wel naar school waren geweest en hoe oud ze waren e.d (erg klein voor hun leeftijd), dit vonden ze zelf minder interessant. Aan de rand van de krater was het erg koud, we sliepen met flessen met heet water in onze slaapzak, dikke truien en sokken. Om 6.30 vertrokken we de krater in, eerst een stuk naar beneden met een geweldig uitzicht. Eenmaal in de krater zagen we wederom een hele hoop dieren. Veel gnoe’s, zebra’s, flamingo’s, wederom leeuwen, een cheeta, olifanten (alleen de mannetjes leven in de krater) en veel soorten vogels.

Verzadigd reden we terug naar de camping. Veel lol gehad in de auto, veel (nieuwe) dieren gezien, leuk contact met de gidsen die mee waren en met de mensen van de groep. Het laatste nachtje in de tent met Jacqueline. Het staat al sinds begin van de reis op de agenda om een foto te maken van de tent.. nu zijn we het na 4 weken nog vergeten.. Maandag ochtend rijden we met de truck richting Nairobi. Hier nemen we bij het hotel afscheid van de crew, de chauffeur, de gids en een trainee. Na een maand met elkaar in de truck leer je elkaar redelijk goed kennen, en afscheid is niet mijn sterkste punt.. dat heb ik wel geleerd na het reizen.

EĂ©n van de meiden van de tour gaat naar een weeshuis in Nairobi, haar heb ik al mijn kleren en dingen gegeven die ik niet meer nodig heb.

M’n tas is leger dan ooit, mijn hoofd zit vol met ervaringen, mensen, kinderen, gesprekken, indrukken, verhalen en wensen en plannen voor de toekomst. Het voelt heel dubbel om naar huis te gaan. Het voelt als een nog niet afgerond avontuur, er is nog zoveel te doen hier. Nu eerst maar eens naar huis, iedereen knuffelen die ik gemist heb. Koffie drinken, fietsen door Amsterdam, in de avond de deur uit, auto rijden, dansen en alle andere dingen doen die ik zo lang niet heb kunnen doen.

Afrika, tot ziens. Nederland, tot over twee nachtjes!

Zimbabwe, Zambia en Malawi

Lieve mensen,

Inmiddels reizen we door Oost Afrika. Het is hier minder ontwikkeld dan in het zuiden, vandaar dat internet ook minder vaak aanwezig is. De wegen zijn minder goed, plaatsten waar we verblijven hebben soms vieze wc's endouches vol muggen. Daarentegen vind ik de cultuur en de mensen veel leuker dan in het zuiden. Iedereen is vriendelijk, alle kinderen zwaaien weer naar de truck en als wij foto's maken van de mensen op de markt, maken zij ook foto's van ons.

Na de Okavanga Delta reden we door naar Nata en Chobe national park. In Chobe barst het van de olifanten. In een ‘sunset cruise’ voeren we over de Chobe rivier die grenst aan Botswana en NamibiĂ«. Naast een heleboel olifanten voeren we langs nijlpaarden (die er niet van gediend waren dat we zo dichtbij kwamen en begonnen te brullen en wegzwommen) en krokodillen. We zagen een geweldige zonsondergang.

Na Chobe reden we via Nata naar Victoria Falls in Zimbabwe. Hier eindigde het eerste gedeelte van de tour en moesten we al afscheid nemen van een aantal mensen. Ook wisten we niet zeker of het team van de truck met ons mee zou gaan naar Nairobi. Dit hoorden zij ook pas de volgende dag.. Het is een zware baan, tourleider. Op het moment dat je thuis zit verdien je niks. Je hoort 1 dag van te voren of je opnieuw op tour moet (die 3 weken duurt) en je bent 24 uur per dag verantwoordelijk en je moet voortdurend vriendelijk zijn.

Goed. We werden gedropt in het meest luxe hotel van Vic. Falls. Eindelijk een bed, en een eigen badkamer waar je lekker je tandenborstel gewoon naast de wasbak kan leggen. Ik was toevallig met het meisje waarmee ik ook een tent deel op een kamer ingedeeld. Het is erg gezellig. We besloten met een deel van de groep dat nog een dag bleef te gaan raften. We waren met 6 en konden dus met z’n allen in Ă©Ă©n boot. Daar waren we in het begin blij mee. We werden opgehaald bij ons hotel en kregen een uitleg over wat te doen als de boot omviel e.d. Er gingen kano boten mee die je uit het water konden pikken als je niet meer bij de boot kon.. dat was dan wel weer bemoedigend. Ook zitten er krokodillen.. hmm.. Met een truck reden we naar het begin, trokken onze zwemvesten aan, helmen op en de berg af naar beneden. Eenmaal in de boot werd ons zwemvest nog even goed aangetrokken, oefenden we met peddelen en kregen we commando om in het water te springen.. dat doe je dan maar. Vervolgens konden we meteen uittesten hoe het ging om iemand de boot weer in te trekken. “Forwards”, we begonnen te peddelen richting de eerste ‘rapid’, stukje waar het water sneller gaat, die we allen overleefden. Dit gaf moed. Helaas heette nummer 5 “Stairway to heaven’ en vertelde onze gids/bootbaas dat dit ook wel eens een ‘stairway to hell’ kan worden. Dit gaf geen moed, en hier vlogen we er dan ook alle 5 uit. De gids en Ă©Ă©n jongen overleefden het en trokken ons weer in de boot. Nu wisten we hoe vallen was en was het minder eng, voor de meesten. EĂ©n meisje wilde toch liever dat de namen voortaan na de rapid werden verteld..De volgende rapids verliepen zonder veel problemen, de commercial suicide was een schaal 6, niet voor ons, hier liepen we langs. De washing machine en de terminator gingen goed. Toen kwamen we aan bij de 3 ugly sisters met aan het eind de mother. De zusters waren geen probleem maar bij de moeder moesten we goed peddelen anders kwamen we aan de zijkant en zouden we kopje onder gaan. Aangezien wij met 6 amateurs waarvan 4 vrouw, waren, hadden we weinig kans. We gingen dan ook al over de kop bij ugly sister 2
De moeder deden we hangend naast de boot. Nadat we de boot gekeerd hadden en in de boot waren geholpen door onze gids kwamen we er achter dat we Ă©Ă©n misten. C. kwam voorbij op de voorkant van Ă©Ă©n van de kano’s, hij had de moeder met z’n zwemvest net aan overleefd..

Na een lange tocht weer naar boven kwamen we bij van een avontuurlijke ochtend. M zei dat ze toch wel had willen weten dat het zo gevaarlijk was. Ik zelf vond het wel eng, maar ook super gaaf. En het water was heerlijk, met de stroming mee drijven met je zwemvest aan was super.

De volgende ochtend hoorden we dat ons team met ons mee ging naar Nairobi, super fijn. We stapten in onze ‘Kurt’ (naam van de truck) en haalden nog wat nieuwe mensen op en vertrokken richting Zambia. Hier bezochten we het South Luangwe National park. Er werd verteld dat we niet in het donker alleen over het terrein konden lopen, door de wilde dieren.. In de nacht konden de Nijlpaarden langs komen lopen en ook luipaarden liepen er wel eens. We zagen de Nijlpaarden al liggen bij de rivier naast onze tent en ook zagen we hier olifanten lopen. De eerste nacht hoorden we wat gebrom, maar daar bleef het gelukkig bij. Na een heerlijk dagje boekje lezen en zwemmen gingen we op pad voor een avond safari. Dit park staat bekend om zijn grote aantal luipaarden, en deze stonden dan ook op mijn lijstje samen met de leeuw die ik nog niet gezien had. Na 5 minuten in de safari auto zagen we al een groep leeuwen liggen in de verte. Even verder kwam er eentje onze kant op, liep heel rustig langs de auto, terwijl alle auto’s op haar afkwamen en er om heen reden. Ze liet niks merken en was super kalm, heel bizar, niks wilds aan dit dier.. (zolang je in de auto blijft dan.). Even later begonnen we harder te rijden, onze driver had doorgekregen dat er ergens een jong luipaard lag. Nadat we voorbij giraffes, zebra’s, olifanten en nijlpaarden waren geraasd kwamen we inderdaad aan bij een bosje aan waar een jong luipaard voor lag. Na een aantal foto’s, een kort wasmoment van het luipaard reden we verder. Tot mijn blijdschap zagen we vervolgens nog een luipaard voor onze auto langs lopen en zagen we Ă©Ă©n in een boom die een impala had gevangen. Onder aan de boom stond de hyena
 die niet in de boom kon klimmen..

Na Zambia was de volgende bestemming Malawi, Ă©Ă©n van de gidsen vroeg of ik blij was om weer naar ‘huis’ te gaan. Zambia lijkt veel op Malawi, wat al heel fijn was. Vrouwen in rokken, mensen die langs de weg lopen, kinderen die gillen naar de truck en enthousiast zwaaien.. Voelt als thuis! In Malawi hadden we heerlijke dagen aan het meer en kregen we een rondleiding door het dorp. We zagen een school (waar kinderen zo gewend zijn aan touristen dat ze allemaal enthousiast je hand pakken), een ziekenhuis (waar de baby’s werden gebaard, er lag nog een plasje op de stoel) en bezochten we de markt. Na Malawi trokken we verder naar Tanzania. In Dar es Salaam eindigde wederom een tour voor een deel van de groep. Deel drie bestaat uit Zanzibar en Serengeti.. ik ben benieuwd!

Okavango Delta- Botswana

Lieve allemaal,

Inmiddels is mijn Nomad reis begonnen. Er is zelfs alweer een deel van de tour afgelopen. Sommige familieleden, je wordt tot Ă©Ă©n familie gedoopt op het moment dat je samen in de truck (geen bus) stapt, zijn al weer een andere richting op gegaan. Een groot deel gaat mee tot Dar es Salaam, en we hebben vandaag gehoord dat de crew ook mee gaat naar Nairobi. Super fijn. EĂ©n man is de chauffeur, Ă©Ă©n de gids en de kok en Ă©Ă©n vrouw is een trainee en komt toevallig genoeg uit Malawi. Maar goed, wat we tot nu toe beleefd hebben..

Maandagavond arriveerden er steeds meer mensen die ook mee gingen richting Victoria Waterfalls. Een aantal koppels, uit Duitsland, Nederland, Australië en Oostenrijk, twee reisvriendinnen uit Nederland, twee Indiase broers die eigenlijk uit Australië komen, een opa uit Canada, een nuchtere tourverkoper uit Kaapstad, een Spaanse vrouw die in Duitsland woont en één meisje uit Duitsland die een stage heeft gedaan in Zuid Afrika en de enige is die met mij naar Nairobi reist. Erg leuke groep, leuke mensen en we hebben veel lol. De groep bestaat uit mensen die voor accommodatie hebben gekozen en mensen die, zoals ik, kamperen (en dus elke keer de tent moeten opzetten en afbreken).

Dinsdag ochtend vertrokken we richting Botswana, het was een lange dag in de bus. In de avond voor het eerst de tent opzetten, terwijl het al donker was. In de ochtend ging om 4 uur alweer de wekker, want om 4.30 hadden we een demonstratie hoe we de tent konden afbreken en om 5 uur vertrokken we richting het Neushoornpark, hier zouden we om 7 uur een ‘game drive’ doen. We zagen heel veel neushoorns maar ook zebra’s, impala’s en andere beesten. Na het ontbijt vertrokken we wederom voor een lange busrit.

Donderdagochtend werden de groepen verdeeld en gingen we op weg naar de Okavanga Delta. Het grootste binnenlandse delta van 17 000km, een doolhof van meren en kanalen. De accommodatie groep zou met een vliegtuigje over de delta vliegen en daar ergens slapen en wij, de campinggroep van 6 personen, zou met een auto gaan. We vertrokken om 7 uur, eerst over een stukje asfaltweg maar al snel werd het een zandpaadje. Ik was blij dat we dit keer (in Mozambique hadden we een vreselijke zandweg zonder 4x4 auto, wat erg spannend was) een goede auto hadden. We reden over enge bruggetjes en zelfs door het water. Op een bepaald punt stonden er ‘mokoro’s’ klaar om ons naar de tenten te brengen. Mokoro’s zijn boten die gevaren worden door de ‘polars’. Dit zijn mensen die achter in de boot staan en met een poolstok de boot laten varen, net zoals in VenetiĂ«. Op het eiland zijn 10 polars aanwezig die je in de boten overal naartoe varen, mee gaan met wandelingen en zorgen voor de tenten.

Aangezien we daar al om 10 uur waren en tot 4 uur geen ‘programma’ hadden besloot ik dat ik wel wilde leren om zo’n boot vooruit te krijgen. Aangezien ik de enige was, en de rest op het eiland een boek zat te lezen (met uitzicht over het water) kon iedereen me zien. Met Ă©Ă©n van de polars ging ik op pad. Het is erg belangrijk dat je je evenwicht houdt, anders val je om. Je moet goed kijken waar je je stok neerzet, zodat niet de boot tegen de stok aankomt en gaat wiebelen, dit was nog best eens lastig. Als ik wat wiebelde hoorde ik achter me “oehh’, het was duidelijk dat ze me allemaal (ook de mensen van een andere groep die zich daar inmiddels hadden gesetteld) goed in de gaten hielden. Gelukkig begeleide Hendrik (zo heette hij echt) mij goed en vertelde me wanneer ik mijn stok waar moest neerzetten. Na zo’n 1,5 uur in de boot, vermoeide voeten van het balanceren, en een natte vieze boot van de stok die ik over de boot tilde in plaats van hem achter langs te laten gaan, stond ik weer met beide voeten op de kant.

Na de boottocht gingen we een ‘bushwalk’ doen. Hendrik ging voorop, wij zessen ertussen en R. achteraan. Na het zien van een olifant in de verte hoorden we in eens gestamp. Hendriks ogen werden groot en hij wenkte dat we snel moesten komen, hij rende weg. De olifanten hadden ons waarschijnlijk geroken (zicht is heel slecht dus ze doen het meeste op geur en geluid) en werden bang. Omdat ze ons niet zien kunnen ze soms recht op je af rennen, dus we moesten maken dat we weg kwamen. Achteraf vroeg Hendrik kalm of we niet waren vergeten foto’s te maken.. wel natuurlijk..

In de avond zaten we bij het kampvuur en gaf het hele team een zang en dans performance. Ze zongen liederen die ze vroeger zongen na het jagen. Inmiddels is jagen verboden en zitten veel vroegere jagers zonder werk. Ook zongen ze wat ze op bruiloften vaak zingen. Daarna gingen ze over op ‘the next level’, er werd gedanst. EĂ©n dans was vergelijkbaar met dat van ons, de andere was een soort kikkerdans (er zitten heel veel kikkers in de delta) en een dans waarbij de vrouwen mannen nadeden (met dikke konten en kussens onder hun shirt alsof ze zwanger waren).

De volgende ochtend deden we nog een wandeling door de prachtige natuur, bekeken we poep van allerlei beesten, voetafdrukken en zagen we giraffes van een paar meter afstand. Achteraf zwommen we in het water, speelden volleybal met de jongens en speelden we een potje kaarten. Wat een geweldige dagen. Na een ‘mokoro ride’ met de boot, kijkend naar de zonsondergang hadden we een heerlijke maaltijd. EĂ©n van onze gidsen heeft een koksopleiding gedaan en kookt fantastisch. Ik probeer zoveel mogelijk te bewegen anders ben ik tonnetje rond als ik weer thuis ben. Jacqueline, het Duitse meisje, en ik proberen daarom op elk verblijf het zwembad even uit. Soms krijgen we verbaasde blikken, bijvoorbeeld als het al donker is, ‘Willen jullie zwemmen?”. Maar het is heerlijk na een lange busreis, in een klimaat waar wij niet aan gewend zijn. Het is hier nu zo’n 35 graden en het wordt alleen maar warmer.. Ik check nu niet meer of er wifi is op de camping maar of er een zwembad is.

Nadat we zaterdag met tegenzin afscheid genomen hebben van onze nieuwe vrienden, ik m’n kaartspel maar heb achtergelaten omdat ze zich soms zo verveelden, met de boot en auto terug zijn gereden naar de andere groep, hebben wij als kampeerders nog een vlucht gemaakt met een minivliegtuigje. De anderen hadden al over de delta gevlogen om bij hun accommodatie te komen, maar wij wilden dit ook nog graag zien. Omdat ik ‘nice en compact’ was, nu nog, mocht ik naast de piloot zitten. Ik had goed zicht op alle knopjes en moest oppassen dat ik niet op het gaspedaal drukte (ik had ook een stuur en pedalen). We zagen kuddes olifanten, heel klein, en giraffes, buffels, nijlpaarden, gnoes en nog veel meer beesten vanuit de lucht. Toen de piloot nog even wat trucjes ging laten zien, en ons aan het gillen kreeg, werd ik wel wat misselijk maar het was het allemaal waard. Heel gaaf!

Na deze geweldige dagen reden we naar onze nieuwe slaapplek. J. en ik doken nog even het zwembad in en zwommen onder een heldere sterrenhemel. Wat een goede vakantie!

Backpacken

Mijn eerste bestemming in mijn eentje was ten noorden van de Drakensbergen. Dit is een gebergte dat ten oosten van Lesotho ligt. Het hostel waar ik verbleef organiseerde een dag naar Lesotho. Samen met de mensen die ik in de Baz bus (een bus voor backpackers, 90% duitsers) had ontmoet, en wat andere gasten van het hostel gingen we met een busje die kant op. Langs de grensovergang, stempel, onze gids moest elke paar jaar een nieuw paspoort omdat hij om de dag naar Lesotho reisde, en via een hobbelweggetje naar de school die we gingen bezoeken. Het was opvallend dat de kinderen hier les krijgen in het Engels. De nationale taal is Sesotho, maar dat wordt op school niet gesproken. Ook de boeken zijn in het Engels.. Op het moment dat je Engels dan dus niet heel goed is, leer je ook niks meer van de andere vakken als rekenen, geschiedenis e.d. Later in het hostel kwam ik W. tegen, die we in Maputo ook hadden ontmoet tijdens de tour door Mafalala.. super toevallig. Hij nam ons mee om foto’s te maken van de melkweg (er was geen maan, en weinig lampen buiten), super mooi. Als afsluiting had ik een ‘hot dark date’ (een cocktail met Amarula (soort bailey’s), chocolademelk en ijs, hmmm).

Na de Drakensbergen gingen we op weg naar Durban. Dit scheen een ‘gevaarlijke’ stad te zijn dus ik had een bed geboekt in het party hotel. Dan weet je in ieder geval zeker dat je niet in je uppie in de middle of nowhere zit. Gelukkig besloten 4 anderen ook hier te boeken, hoefde ik in ieder geval niet alleen te feesten. Toen we zaterdag naar de supermarkt liepen werden we uitgenodigd om te komen dansen in de club tegenover ons hostel, hele aardige jongen, zou ons dan zijn ‘moves’ laten zien. Toen we in ons hostel vroegen of dit een leuke club zou zijn, werd ons verteld dat we hier dan wel de enige blanken zouden zijn. Toen we besloten om dan toch maar naar de Orange (eigenlijk Origin..) te gaan, bleken hier alleen maar blanken te zijn... De volgende dag gingen we weer naar de supermarkt
 en ja hoor daar kwam onze vriend aan. Hij vroeg zich af waar we gister waren, waarom we niet waren gekomen.. Na wat aarzelen vonden de anderen het ook goed om met hem een drankje te drinken. Z’n broer vergezelde ons nog, en we hadden zeer interessante gesprekken. Broer had een baby van vier maanden, maar had haar nog nooit verschoond.. dat deed z’n vriendin, of de nanny. Ook waren de anderen nogal verrast over het ‘meerdere vrouwen met Ă©Ă©n man’ verhaal.. Ook hier in Zuid Afrika gebeurt dat dus nog steeds. Na een groepsfoto en een 'hug' gingen we weer op huis aan.

Vervolgens bracht ik twee volle dagen in de bus door. Aangezien ik maar 11 dagen had en hiervan een deel in Kaapstad wilde doorbrengen moest ik haast maken. Een nacht in Port Elizabeth en weer door via de Garden route. Super mooie plekjes voorbij zien komen, prachtige zee, geweldige zonsondergang.. zeker een plek om nog eens terug te komen. Bijzonderemensen in de bus (jongen die een voedseltijdschrift las met recepten, twee zussen die klaagden dat ze maar 20 minuten pauze hadden, meisje dat mevertelde over haar one nightstand verleden en preutse date met eenAfrikaan die haar alleen maar een kus op de wang gaf achterafen een meisje dat haar portemonnee liet liggen in de bus).

Dinsdag avond kwam ik aan in Kaapstad. Iedereen had mij verteld dat Kaapstad het einde is en het beste van heel Zuid Afrika, ik had dus hoge verwachtingen. Woensdag ging ik, voor het eerst echt alleen, richting de haven. Hier ontmoette ik Thom en z’n zus, de Nederlander die ik in Malawi had ontmoet (nadat hij met Mo en mij op de foto was geweest in het Vondelpark). We beklommen de Tafelberg (via ladders, watervallen, rotsen etc.), bezochten een avond verschillende galerijen (met een geweldige ongepubliceerde foto’s), en aten heerlijke noodles in een zijstraatje. Sommige toeristen zijn om je voor te schamen, vooral diegene die voortdurend foto’s maken. Naast lieve baby’tjes, lenzen van 10 meter, vader mocht er niet op dus die werd aan de kant geduwd, en zonder enige schaamte alsof moeder een attractie is die op de foto wordt gezet
 Ook bezocht ik Cape point met een groep, eindelijk weer eens lekker fietsen! Wat heb ik dat gemist, op een mountainbike welteverstaan de heuvel af met naast je de helderblauwe zee. Heerlijk! Vervolgens bracht ik nog een bezoekje aan Robben eiland, en toen was mijn tijd alweer om.. Heel wat musea, buurtjes, monumenten die nog op mijn lijstje stonden om te bekijken.. Volgende keer beter! Zaterdagavond had ik nog steeds niet Kaapstad ‘by night’ gezien, maar omdat ik al vroeg weer in de veren moest de volgende dag besloot ik neer te ploffen in de gezamenlijke ruimte. Na de rugbywedstrijd zapte ik gauw naar een vrouwenprogramma, hierdoor kwam mijn kamergenoot er ook lekker bij zitten ('Meidenavond, vond ze het einde". Zuid Afrikaanse vrouw, rond de 50, zonder huis, bavikeert in hostels. Ze houdt erg van gezelschap en praat aan Ă©Ă©n stuk door. Hoe laat het was (morgen of avond), en het was altijd veel later dan ze had gedacht. En ze vertelde wat ze had gedaan, goedkope producten die ze op de kop had getikt of gratis tijdschriften die ze had weten te bemachtigen.. Mooi mens!

Zondag ochtend vloog ik om 9.20 uur richting Johannesburg. Om 7 uur zat ik al in de taxi, wat gestrest of alles wel goed zou komen. Ik kon van te voren niet inchecken, was er iets mis? Kon ik het wel vinden? Gelukkig ging alles goed, en kwam ik mooi op tijd aan. Zeer impulsief ontmoette ik T. op het vliegveld. T hadden we in Malawi ontmoet, vervolgens nog eens in het vliegtuig en hij woonde dichtbij Johannesburg. Hij ging lunchen met wat vrienden en ik mocht mee. De vriendin waar we heen gingen woonde in Pretoria. Hier staat het parlementsgebouw, wonen veel blanken (achter grote hekken, met veel alarmen) en is een heel groot beeld van Mandela. We reden door een hek, een soort bungalowpark in. Hier hadden we de lunch, heerlijke salade/rundvlees/rijst/pompoentaartjes/aardappeltjes en ijs met aardbeien en koffie (met kaneelstokje er in) en slagroom toe. We waren duidelijk bij de rijke blanke groep te gast. Dit vertelde T. zelf ook, dat dit ook wel heel confronterend is soms.. grote verschillen in rijk en arm. Na de lunch voerde ik interessante gesprekken tijdens de afwas (over verschillen en overeenkomsten tussen Europa, Zuid Afrika, Amerika, goede aspecten en minder goede) met een vriendin van T., en vervolgens diepgaande gesprekken over het geloof van T en zijn vrienden. God speelt een belangrijke en zeer actieve en centrale rol in hun leven. We bezoeken het beeld van Mandela, rijden wat rond door Pretoria en bezoeken daarna de ‘Worship service’. In Amsterdam ben ik wel eens naar een ‘kerkdienst’ geweest in de Panama (discotheek), het leek er een beetje op. Een band, enthousiaste jonge mensen, alles in het Engels (liedjes zelfs delen in Zulu (lokale taal)) en mensen die tussen de ‘preek’ roepen: “Come on”. Na afloop reden we terug naar het huis van T z’n ouders en hier mocht ik blijven logeren (ik had een eigen logeerkamer met badkamer). Vader keek in z’n badjasje op z’n multifunctionele stoel, tv, moeder zette thee voor ons en had eten voor ons laten staan. Ook hier was er een bewaker, een hek om het huis en in de avond ging het alarm aan. Het was een zeer groot huis, met meerdere kamers. Moeder bracht mij de volgende dag naar het treinstation waarvandaan ik naar mijn hotel zou reizen. Ze gaf aan dat ze haar tas nooit op schoot had, peperspray in de auto had liggen en dat de ramen extra donker waren zodat mensen niet naar binnen konden kijken.. ze was al meerdere malen beroofd..

Op dit moment zit ik in het hotel waarvandaan morgen ochtend de bus richting Botswana vertrekt. Er werken een aantal mensen uit Malawi, die ik enthousiast in het Chichewa begroet. Ook zijn er al een aantal mensen die morgen mee gaan op tour. Het laatste deel van mijn Afrika avontuur gaat van start..

Mozambique en Zuid Afrika: Een wereld van verschil

Lieve allemaal,

Nogmaals bedankt voor de leuke reacties, fijn dat jullie mijn verhalen leuk vinden. Omdat ik nu een boel mee maak zijn de verhalen wat anders dan in Malawi, meer een opsomming van belevingen. Want een hoop beleven dat doen we hier zeker!

Op vrijdagmiddag arriveerden we in Johannesburg. Het vliegveld was enorm, nog groter dan Schiphol. Ik zag voor het eerst weer chique winkels, een heleboel Azungu’s (witte mensen), alles was in Randen (de Zuid Afrikaanse munteenheid) en er werd Afrikaans gepraat. Dit laatste is baaie (erg) grappig om te horen, en nog redelijk goed te verstaan. We werden opgehaald door iemand van het hotel en reden op een vijf- baans (!) weg naar ons hotel. Hier stond op ons een superzacht bed, een warme douche, een enorme tv (met movie channels), wifi en een heerlijke maaltijd te wachten. Vervolgens ontmoetten we onze chauffeur die de komende 2 weken ons overal naar toe zou rijden. Het was een blanke Zuid Afrikaan, flink gezet en lekker nuchter.

Nadat we (vooral Joke) even moesten omschakelen van armoede naar luxe zijn we zaterdagochtend naar het Apartheidsmuseum gegaan in Johannesburg. Een ontzettend mooi museum, beseffend hoe weinig we eigenlijk weten over de geschiedenis van Afrika. Ik heb het boek van Mandela aangeschaft om me hier maar eens goed in te verdiepen. Ook was er een prachtige foto tentoonstelling van de fotograaf Ernest Cole. Zijn foto’s, waar het verschil tussen zwart en wit werd verbeeld, waren in der tijd verboden. In Nelspruit, onderweg van Johannesburg naar Maputo, hebben we wederom in een absurd luxe (voor mijn doen) hotel geslapen en ontbeten alsof we een maand niet hadden gegeten (moeten ze ook niet Ă©n American pancakes, toast met brie, yoghurt met verse aardbeien en cruesli en bananencake serveren). We bezochten een botanische tuin, super mooi als regenwoud ingericht en reden door naar de grens van Mozambique. Hier ging alles vlekkeloos en kregen we onze stempels, we hadden gelukkig van te voren al visa aangevraagd (wat ook nog een heel gedoe was in Malawi..maar goed). Als welkomstcadeau stond er een grote doos condooms klaar waar iedereen naar eigen behoefte uit kon meenemen. Eenmaal in Mozambique verslechterde de weg, stonden er een hele hoop trucks en werden we na 1 kilometer al aangehouden door de politie. Op de snelweg hadden ze 100 meter van elkaar 2 borden geplaatst dat je daar 60 moest rijden, dat had onze chauffeur R (natuurlijk) niet gezien.. jammer. Gelukkig druipt de corruptie er hier vanaf en kon de agent wel een oogje dichtknijpen toen R hem wat Afrikaans geld toestopte (met de woorden: kun je weer een biertje doen dit weekend). Gelukkig lachte de agent en konden we door rijden, riemen vast en op onze hoede bij verkeersborden vanaf nu.

In Maputo, de hoofdstad van Mozambique, sliepen we voor de verandering in een ander soort hotel. Iets minder luxe, heel gezellig met planten en felle kleuren,een klein zwembadje op de binnenplaats en op loopafstand van het centrum. Heel goed aan ons besteed. Maandag ochtend hebben we met een gids een auto-tour door de stad gedaan. Ze vertelde ons over de belangrijkste gebouwen, liet ons een fort zien van heel lang geleden, vertelde ons over stammen die in Mozambique leven en hoe die stammen nu nog leven. Mannen die meerdere vrouwen trouwen, traditionele dansen en besnijdenis van vrouwen was vroeger (en soms nu nog steeds) heel normaal. Ook zagen we het ‘red light district’, opvallend was dat er helemaal geen rode lichten o.i.d. te zien waren maar dat de meisjes (vaak korte rokjes/broekjes en laag uitgesneden shirtjes) gewoon langs de weg stonden. De gids vertelde over het probleem het Hiv/Aids, en dat het zeer ernstig is in Mozambique. De gratis condooms, zelfs vrouwencondooms, zouden hier een oplossing in moeten bieden. Helaas vertelde ze dat mannen vaak weigeren om condooms te gebruiken, waardoor het effect nog weg blijft. De economie is te duur voor de Mozambikanen vertelde ze. Aan het eind van de maand wordt het geld geïnd bij de bank (we hebben inderdaad lange rijen gezien, rond deze tijd) en worden alle rekeningen afbetaald. De auto’s worden weer volgetankt (druk op de weg), nieuwe mobiels worden gekocht, haar wordt bijgewerkt en dan is het geld weer op. De verschillen tussen arm en rijk zijn enorm. Aan de kust van de Indische oceaan is de ‘Beverly Hills’ wijk van Maputo. Grote huizen met hoge hekken, meerdere verdiepingen etc. Daarnaast leven mensen in sloppenwijken, op straat of in bouwvallen in de stad. We bezochten de grootste arme wijk van Maputo, Mafalala. Ivan gaf ons een rondleiding, het geld wat hiermee werd opgehaald ging naar het opbouwen van de wijk. Hij vertelde over de mensen die er wonen, we bezochten een artiest en zagen het oude huis van Samora Machel, de vroegere president van Mozambique. Naast het snuiven van cultuur overdag moest dit natuurlijk ook gedurende de nacht gebeuren. Tijdens de tour hadden we nog geen traditionele dans gezien, dat moest dus in het nachtleven aan den lijve ervaren worden (wat mij betreft, ik heb Joke maar meegesleurd). Ook al vonden pap en mam het hele uitgaan niet een heel geslaagd idee, met twee mannelijke medewerkers, G en A, van het hotel gingen we rond een uur of acht op pad. Met de taxi, eerst wat drinken en vervolgens naar een soort kroegje waar ze karaoke (met live band!) hadden. Na veel gepraat te hebben over van alles en nog wat (A vertelde dat hij 21 broers en zussen heeft, verdeeld over de drie vrouwen van zijn vader) hebben we heerlijk gedanst op echte Mozambikaanse muziek (we hadden twee pro’s mee die ons maar al te graag les gaven). Deze muziek wordt ook wel Marabenta genoemd, en werd gezongen door echte Mozambikanen. Op de terugweg hebben we te voet Mozambique ‘by night’ gezien. Verlichte gebouwen, nachtwakers (die vaak half slapend in deurposten lagen) en bouwvakkers die 24uur werkten. Het was een heerlijke avond.

Na Maputo reden we richting Chidenguele. Dit is een plaatsje aan de kust. Hier sliepen we in een grote tent (met alles er op en er aan) met uitzicht op een meer, een zwembad (waar je het water zo ziet overlopen in dat van het meer) en je kon er kanoën. Via Bilene zijn we weer terug naar Zuid Afrika gereden. Maandag kwamen we aan in de Sefapane lodge, we hadden een heel huisje voor ons zelf. Om ons heen een hoop Nederlandse gezinnetjes, een vijvertje en eindelijk weer werkend internet. Ik moest een hoop regelen voor mijn reis richting Kaapstad dus dat was wel nodig, ook al mijn cijfers waren nog niet goed doorgevoerd dus ook daar moest ik nog even achteraan.

Dinsdag ochtend vroeg bezochten we met een gids het Kruger park. De vorige dag waren we er al met R, de chauffeur, doorheen gereden. We hadden al olifanten, giraffes, buffels, nijlpaarden, apen en veel vogels gezien, toch is het in zo’n safari autootje wel weer even anders. Omdat mama in Zomba een vogel bij de naam ‘Slavink’ had betiteld schaften we ook wat boekjes aan om goed te kunnen onthouden welke dieren we nu precies gezien hadden. We hoorden een verhaal over een agressieve olifant die de dag ervoor een auto had omgerold. De mensen hadden er gelukkig nog uit kunnen klimmen voordat de olifant er mee begon te voetballen. Toen wij dus flink dichtbij een olifant kwamen was mam wel even bang.

Naast zonsopgang zagen we deze dag ook zonsondergang in het park. Dit was met een andere, iets avontuurlijkere gids. Een man van rond de 50, snorretje, petje en zo’n safari pakje aan Ă©n aan zijn broek hingen een stuk of 10 kogels bevestigd. Johan vertelde ons wat we gingen doen. Eenmaal in het park gingen we redelijk snel van de asfalt weg af, volgden we leeuwen poten op de grond en zagen wat Impala’s. Tot nu was het nog ‘leuk’. Vervolgens kwamen we recht tegenover een olifant te staan, 100 meter van waar er de vorige dag met de auto was gevoetbald. Johan zei, dat dit misschien wel dezelfde olifant zou kunnen zijn, en dat hij daarom wat voorzichtig was. Hij begon met z’n hand op de auto te slaan en gekke geluiden te maken. De olifant kwam op ons aflopen, Johan reed wat naar achteren, de olifant kwam steeds dichterbij. Johan was goed aan het kijken wat de olifant ging doen, wij zaten met geknepen billen in de auto en hoopten dat hij snel zou omkeren en wegrijden. De olifant kwam zo dichtbij dat Johan besloot om te keren, phoe.. We reden naar een barbecue plek, Johan pakte zijn geweer uit de achterbak, legde hem voor in de auto en we konden weer op pad. Onze volgende artiest was de buffel. Een oud beest, in z’n eentje, stond bij een watertje. Een kwetsbare plek, omdat hij niet overal heen kan, hij was daarom op z’n hoede. Buffels zijn de gevaarlijkste dieren omdat ze sterk zijn en je niet aan de hand van hun gedrag kunt voorspellen wat ze van plan zijn. Ze kunnen zo vanuit het niets agressief worden en op je af komen stormen. Dan maak je geen kans, en kun je maar beter snel dood gaan (in de woorden van de gids). De buffel begon argwaan te krijgen en stak zijn neus in de lucht, hij ziet slecht dus hij doet veel op geur. Hij stak z’n neus omlaag, maakte aanstalten en begon op onze auto af te stormen. Mama zat inmiddels als een stijve plank naast me, ik vergat foto’s of filmpjes te maken en Joke en papa hoopte met ons dat Johan actie zou ondernemen voor het te laat was. Johan, begon wederom met z’n hand op de auto te slaan en sloeg wat kregen uit, hierdoor werd de buffel bang en rende hij gelukkig met een boogje om de auto heen de bosjes in
 Goed, en het was nog niet eens donker. Eenmaal donker moesten twee personen met een lamp naar de zijkant schijnen, als er dan een beest was zouden de ogen oplichten. Johan was van plan een leeuw te gaan spotten en mama hoopte vurig dat het snel afgelopen zou zijn. Joke spotte een uil en een haas, hiernaast spotten we een hoop bokjes, een hyena, een Afrikaanse kat en nog twee olifanten. Helaas geen leeuw, hoewel.. helaas
 voor sommige van ons.

Woensdag vliegen Joke, pap en mam in de avond weer naar Amsterdam. Ik ga die ochtend met de Bazbus (een bus voor backpackers) richting het zuiden. Via de Drakensbergen, Durban en Port Elizabeth zal ik naar Kaapstad reizen, in m’n eentje. Het ene avontuur is nog niet afgelopen of het volgende begint alweer!

Hello goodbye

Na twee weken alleen thuis te zijn geweest (bij een zuster op bezoek, lesgegeven op een secundairy school bij Marcus, alles met de leerkrachten afgerond) kwamen pap en mam vrijdag 8 augustus aan op het vliegveld in Blantyre. Ik ging ze ophalen met de minibus. Eenmaal op het vliegveld kon ik nog twee meisjes uitzwaaien die met Joke op het project hadden gewerkt. Wat een toeval.

Een kwartier na landing komen ze al door de deur gelopen. Het vliegveld bestaat uit een huisje tussen de landingsbaan en de parkeerplaats. Na landing hoef je alleen een stempel te halen en in de ruimte daarna je tas op te wachten. Ideaal! Met identieke tassen komen ze uit het vliegveld gelopen. Het is toch wel een ontlading, na 4 maanden elkaar weer zien. Heel fijn! Na een plaspauze en pap die zich nog even snel scheert, rijden we naar Zomba. Hier slapen we in Pakachere. Een hostel dat door Nederlanders is opgezet, voor de mensen die met de organisatie Be More mee gaan voor vrijwilligerswerk.

Zaterdag gaan we vroeg richting Joke’s huisje. Ze had voor ons geregeld dat we wc’s konden graven, joepie. Om 7.30 uur gingen we op pad. Met de taxi van het hostel naar Joke’s dorpje. Omdat openbaar vervoer hier niet heen ging hadden we een taxi gebeld om ons te komen halen. Om 8 uur waren we er. Na even gewacht te hebben op de mensen die ons zouden komen halen ging Joke even rondbellen.. Het scheen dat er een feestje was geweest de vorige avond (iedereen was er heen geweest, had heerlijk gedanst op reggea muziek
 maar mijn familie was moe en wilde naar bed.. ). Goed, wij waren dus goed uitgerust in tegenstelling tot de rest. Het wc graven sloegen we dus maar over, wat we ook niet heel jammer vonden. We liepen met wat andere groepsgenootjes van Joke naar ‘haar dorpje’. Hier zagen we een ‘schooltje’ dat ze had gebouwd, inclusief rieten dak dat ze er op hadden gezet, schilderingen in een al bestaande school: het abc, vlinders om te tellen, dieren en vormen, en de organisatie waar ze voor had gewerkt (Likhubula youth organisation). Kortom we kregen een goede indruk van de afstanden die ze elke dag moest afleggen (drie kwartier heen en drie kwartier terug, te voet), met wie ze had samen gewerkt, hoe de bevolking op hen als groep vrijwilligers reageerde en ook wat ze als groep samen hadden beleefd en hadden opgebouwd. Na een maand op elkaars lip te hebben gezeten zijn er goede vriendschappen ontstaan. Er werden bij het afscheid dan ook heel wat tranen geloosd.

Ook hebben we in Zomba het Zomba plateau beklommen. Met een gids, om verdwalen te voorkomen en iemand van een baan te voorzien, zijn we de hele dag rond gelopen. Op de terugweg van het plateau naar beneden was het wat steil. Mijn moeder was al een keer uitgegleden, terwijl ze zich aan elk uitstekend takje probeerde vast te houden. Omdat Joke vallen wilde voorkomen gleed ze maar gewoon te kont naar beneden.. als je al zit kan je ook niet meer vallen.. Ook kwamen we een groep apen tegen, die ons maar raar aankeken.

Vanaf Zomba zijn we naar het meer gereden. Hier hebben we heerlijk langs gewaneld. Na een rondje door het dorp was er Ă©Ă©n kind dat zelfs mijn naam nog wist, van 3 maanden geleden (toen was ik er met Monica). Zeer indrukwekkend. Ik heb ook nog even een man geholpen die boeken verkocht. Hij verkocht boeken uit verschillende landen en wilde graag tegen bijvoorbeeld Duitsers kunnen zeggen welke boeken voor hen waren.. en of ik dus even op wilde schrijven in welke taal alle boeken waren. Ik heb erg mijn best gedaan, maar het verschil tussen Noors en Zweeds was nog wel wat moeilijk. In de avond genoten Joke en ik van het drummen op het strand met een kampvuur. Het was wel gek dat ik hier de vorige keer met Mo was, en dat sommigen die mij herkenden ook vroegen waar mijn vriendin was..

Op woensdag zijn we van het meer naar mijn huis gereden in Limbe. Na een kopje thee, dat we hier constant drinken, ging ik de rest even rondleiden over de campus. Op school was net een meeting aan de gang waar we even in kwamen rollen. Iedereen stelde zich voor en G, Ă©Ă©n van de leerkrachten met een nieuwe mobiel, filmde de hele ontmoeting. Na de school liepen we naar de bibliotheek van het special needs college (waar leerkrachten worden opgeleid). Hier bewaren ze namelijk alle kranten, en ik had van iemand gehoord dat ik in de krant stond. Na 10 minuten vonden we de krant. Ik, Thom en Laura stonden als ‘fans’ van de dj op de foto in ‘Mustang sally’ (een club in Blantyre). Omdat ik had beloofd ook nog even langs Joseph, mijn supervisor en leerkracht in het college, te lopen deden we dat nog even. Hij was er nog niet, ik vroeg z’n dochter om hem te zeggen dat we waren langs geweest. Iedereen was moe en wilde wel naar huis, toen zei de dochter echter: “Nee, we hebben een hele maaltijd voor jullie voorbereid”. oh.. ok. Toevalligerwijs kwam Joseph net thuis en nodigde ons uit om naar binnen te gaan. Na 10 minuten viel de stroom uit, en ging de tv (waar wild dansende mensen op te zien waren) ook uit. Gelukkig was het eten al klaar en konden pap en mam voor het eerst nsima proeven. Dit is een soort maĂŻspapje wat ze hier allemaal, altijd, eten. We voerden goede gesprekken over het onderwijs (mensen hebben liefde nodig voor de kinderen om een goede leerkracht te zijn), het goede voorbeeld geven wat kan helpen inzicht te geven(feit dat de blinde kinderen vrij waren om aan mij te voelen wat ik aan had, hoe mijn haar voelde, dat ik een horloge om had e.d.) en zijn tijd in het buitenland, onder andere Nederland. Na het eten en een flesje Fanta, en bier voor de mannen, gingen we naar huis. Donderdag ontmoeten we Sister Mary Claire in Blantyre. Ze is de penvriendin van een vriendin van mijn ouders die al meer dan dertig jaar met elkaar schrijven. Na een lunch met Marcus, die mijn ouders graag wilden ontmoeten, reden we snel terug naar huis om niet te laat te komen voor mijn afscheidsfeestje. Normaal, als iets om half 5 begint komt iedereen rond 5 uur aankakken, ‘Malawian time’. Om 20 voor 5, we waren nog in Limbe, belde Joseph: “We are ready for you’. Ja.. uhm, ik was er nog niet. Na nog een paar telefoontjes, even snel langs huis om mijn ‘national suit’ aan te trekken en op naar het feestje. Hier zat het al vol met leerkrachten, wat een opkomst. Dat had ik totaal niet verwacht, heel erg lief. Op het programma stonden een aantal speeches, nog meer cadeaus en natuurlijk dansen aan het eind. Dat doen ze hier altijd, een goede gewoonte die ik zeker zal missen. Na lieve woorden van de directeur van mijn school (over mijn goede contact met de kinderen, humor in het werk en mijn academische vaardigheden), van Joseph (dank dat ik was gebleven na vertrek van Monica en complimenten over de aanleg van de kippenren, het ‘sustainability project’) en van de directeur van de scholen op de campus die vertelde dat hij het eens was met de vorige speeches. Hierna kreeg ik een cadeau. Dan gaat er muziek aan en loopt diegene al dansend met het cadeau naar voren. Hier loop ik dan ook dansend naar toe om het cadeau in ontvangst te nemen. Het was een hele mooie stof met olifantjes. Vervolgens was ik aan de beurt om te speechen. Na een algemeen stukje wilde ik iedereen gaan bedanken.. helaas werd het me bij persoon Ă©Ă©n al te veel en kwam ik niet meer toe aan de rest.. tranen gaan niet samen met praten.. zeker niet als je moeder er naast zit.. (als ik huil, huilt zij.. en andersom). Gelukkig konden we snel lekker gaan eten en drinken. We brachten een toost uit op mijn verblijf en ik mocht de dansvloer openen. Ik koos voor ‘chop my money’, en begon te dansen samen met een andere leerkracht, G. Aangezien hij het zo leuk vond, wilde hij het graag op film hebben. Een andere leerkracht moest het met zijn mobiel filmen, hierdoor stond ik alleen te dansen ipv met een partner.. Al dansend sloten we de dag af, met veel knuffels en zelfs nog even de ‘Malawian Salsa’.

De volgende ochtend vertrokken we om 7 uur richting het vliegveld. De buurvrouw en haar gezin kwam gedag zeggen, de huishoudster kwam extra vroeg omdat ik nog een foto van haar moest maken (dat wilde ze erg graag, die kon ik dan aan mijn vrienden in Nederland laten zien), en er kwamen nog een aantal leerkrachten die mee gingen naar het vliegveld. EĂ©n was de avond daarvoor ziek (malaria), en was nu drie kwartier komen lopen om mij weg te brengen, super lief. Wij zaten gepropt in de auto en de leerkrachten en de tassen zaten in de achterbak. Na knuffels en kussen (en nog enkele tranen) namen we afscheid op het vliegveld.

Dag Malawi, tionana (tot ziens)!

Zomba

Vanavond vliegen pap en mam richting Malawi! Heel gek, dat ze hier straks zullen zijn maar ook super leuk om ze alles te laten zien wat voor mij in een korte tijd erg dierbaar is geworden. Ik haal ze morgen op van het vliegveld en dan rijden we naar Joke’s huis. Daarna bezoeken we het meer en laat ik ze mijn huis nog zien. Volgende week vrijdag, 15 augustus, vliegen we naar Johannesburg.

Hier gaat alles nog steeds goed. De kinderen zijn inmiddels naar huis en de school is dicht. Ik ben druk bezig om alles af te ronden, met name de besteding van het geld. Ik heb al veel foto’s maar ik wil ze er pas opzetten als alles af is.. ik hoop dat dit nog gaat lukken voor dat ik hier echt weg ben. De kippenren is nu af, er moet alleen nog besloten worden wat voor kippen (dure of goedkope) er komen en die moeten dan gekocht worden. Ook heb ik de afgelopen dagen bij M en N (mijn nieuwe ontzettend lieve vrienden) doorgebracht. Ik heb met Marcus lesgegeven op een secundairy school. Erg leuk, ik die Engelse les geef.. Erg interessant en leerzaam. Opvallend genoeg eindigde ik met de kinderen van 4-10 op t grasveld ipv met de tieners..

Twee weekenden geleden ben ik met Marcus en Nikki naar Zomba geweest. Hier het verhaal: Zaterdagochtend (26 juli) werd ik wakker door de wekker. Het was een gekke nacht geweest, vol gezang van een koor voor een plotseling overlijden van een leerkracht en de dag daarvoor was verdrietig omdat ik afscheid moest nemen van alle kinderen. Ik was erg blij dat ik er dit weekend even lekker uit kon. Marcus en Nicola zouden me oppikken bij de turn off, hier komen ze langs op weg naar Zomba, en het is 5 minuutjes vanaf mijn huis met de minibus. In de morgen had ik nog even snel het verhaal van de dag ervoor opgeschreven, dat was erg fijn. Rond een uur of half 10 reden we samen richting Zomba, het stadje waar Joke verblijft. De weg wordt gerepareerd dus het was een hobbelige zandtoestand toen we Zomba naderden. M en N hadden een kamer en Joke en ik een dorm geboekt in ‘Casa Rossa’. Een hotel gerund door een Italiaans koppel waar ze geweldige pasta zouden hebben. Joke zou met de taxi ook richting het hotel komen.

Tijdens de lunch bespraken we wat we wilden doen dit weekend. M is een geschiedenisleerkracht en had zich al helemaal ingelezen over Zomba en wat er allemaal te zien was. Hij wilde graag naar Chingwe’s hall, een beroemd gat waar ze vroeger de mensen met Lepra ingegooid schijnen te hebben. Ook wilden we graag Joke’s dorp zien. We besloten zaterdag naar de twee uitzichtpunten te gaan die het dichtst bij waren, het was inmiddels namelijk al 1 uur. We stapten in de auto en reden omhoog het Zomba plateau op. M en N hadden een kaartje uitgeprint en Joke en ik waren zeer onder de indruk hoe goed ze deze konden lezen. Bij een kruising stopten we om verder te gaan lopen. Boven op het plateau is een groot bos. Veel bomen worden hier gekapt (door inwoners) voor brandhout. Er worden wel weer nieuwe bomen geplant, gelukkig, maar het duurt natuurlijk even voordat die groot zijn. Onderweg naar het uitzichtpunt kwamen we een aantal mensen tegen met grote pakketten hout op hun hoofd en vaak blote voeten. We zien Ă©Ă©n iemand even z’n stapel neerzetten.. en er achter plassen.. handig zo heb je altijd je eigen boom bij je om achter/tegen te plassen.. Bij het uitzichtpunt staan twee mannetjes die diamanten en bosjes bloemen verkopen. De diamanten hebben ze uitgespreid op een soort tafel. Er zijn ook kettingen. Een touwtje, diamant en een stuk plastic dat het bij elkaar houdt. Deze mensen wonen in een dorpje op het zomba plateau. Erg goede zaken worden er op dit moment niet gedaan, wij zijn de eerste die ze die dag zien (zeggen ze).. Na het bezoekje aan ‘emperors view’ en een ander uitzichtpunt rijden we de hobbeldebobbel weg terug. We drinken een kopje cappuccino bij een luxe hotel, en eten een stukje appeltaart en cheesecake (die overigens smaakt naar perzik kwarktaart..) en gaan dan naar ons hotel.

Nadat we ons even hebben opgefrist settelen we ons op het terras van het hotel. We horen een jongen en een meisje Nederlands praten. Ik spreek ze aan, we praten even over wat ze hier doen en waar ze verblijven. Opeens zegt de jongen, Thom: “He, ik sta met jou op de foto’. .. ik ben wat verbaasd.. “Was jij een paar maanden geleden in het vondelpark?”.. hij pakt z’n telefoon en haalt een foto tevoorschijn van mij in apenpak, Monica in een krokodillen pak, en hijzelf trots ertussen in.. wat een toeval. Hij vertelt dat hij indertijd ook aan ons heeft verteld dat hij ook naar Malawi ging, dit was ik natuurlijk alweer vergeten (we zijn in totaal met meer dan 200 man op de foto geweest denk ik..)Ze zijn beide student geneeskunde aan de UvA en zijn hier voor een deel van hun coschappen. Omdat Thom in Thyolo (zelfde richting die M, N en ik op moeten) werkt spreken we af dat hij de volgende dag met ons kan doorbrengen en dan met ons mee naar huis kan rijden. Wij, M en N en Joke en ik, gaan binnen aan onze tafel zitten en bestellen wat te eten. M eet het beste biefstukje dat hij ooit heeft gehad, Joke eet heerlijke pompoensoep en ik en N proeven van de heerlijke pasta die ze serveren. Dankzij Marcus ontdekken we dat ze hier een andere variant hebben van Bailey’s, Amarulo! Joke hoeft niet zegt ze.. ondertussen drinkt ze meer dan de helft van mijn glas leeg.. oneerlijk.

De volgende morgen komt Thom net op tijd aan. Samen rijden we met de auto naar Chingwe’s hall. Het is een zeer avontuurlijk pad. Even uit de auto om stenen te verplaatsen, over een hobbel zodat we in de lucht vliegen (omdat er een gids mee is zitten we allemaal, behalve M die rijdt, in de achterbak), door een plas, bukken voor een langs vliegende tak etc. Als we eindelijk bij onze eindbestemming aankomen zien we een geweldig uitzicht. We kunnen Mount Mulanje zien in de verte, en we kijken uit op de hele vallei van Zomba en andere dorpjes, rivieren en wegen. Na een kwartier kijken, foto’s maken e.d. zegt Marcus: “Kijk, hier is Chingwe’s hall”. Ik kijk om, en zie een grote boom, als ik dichter bij kom zie ik dat de boom in een gat groeit. Als je door de takken kijkt zie je dat het aardig diep is. De dorpsbewoners zeiden dat het duizend meter was, maar later bleek het maar 20 meter diep te zijn. Het uitzicht was geweldig, maar voor dat gat alleen was de trip het niet waard geweest. Op de terugweg reden we nog langs kraampjes vol met houten voorwerpen. Sla lepels, beesten, de ark van Noach, kerststalletjes, maskers, kettingen etc. Heel veel moois! Aangezien iedereen ongeveer hetzelfde verkocht riepen ze allemaal dat je naar hun stalletje moest komen en was het moeilijk om nog even verder te kijken.. Na een heerlijke lunch bij ‘African heritage’, een lunchroomachtig iets met een Nederlandse eigenaar, reden we naar Joke’s dorp. Ze wist de weg zei ze.. ongeveer.. Af en toe riep ze, ‘Oh ja, nu weet ik het weer”, Heel betrouwbaar dus.. Ze woont midden in een dorp, maar er staat wel een soort hek (samengepropt riet) om het huis heen. Ze hebben een huis waar ze slapen en eten en daarnaast is er een wc/douche hokje. Ze hebben een gat in de grond als wc, net als de andere dorpelingen, gelukkig was Joke al getraind in MoldaviĂ«. We hebben de ‘huisvaders’ ontmoet, dit zijn twee jonge mannen die voor de vrijwilligers koken en alles schoonhouden en de hele dag en nacht aanwezig zijn. Ze vertellen veel over de cultuur, kunnen echt Malawiaans eten maken en Ă©Ă©n heeft Joke zelfs meegenomen naar de moskee. Erg leuk om te zien.

Aangezien Thom ook mee ging moesten we in de achterbak van de auto terug richting Blantyre. Hobbel de bobbel en een zeer droge mond waren het gevolg van buiten zitten op zandweg en lange gesprekken voeren. Zijn zus vliegt naar Zuid Afrika en dan gaan ze daar vier weken reizen richting Johannesburg. We zijn op hetzelfde tijdstip in Kaapstad, super toevallig! Ik merk dat het contact maken hier erg makkelijk gaat. Blanken spreken elkaar snel aan, je zit toch een soort van in hetzelfde schuitje. En je herkent de reizigers erg makkelijk, en dit zijn vaak mensen die open staan voor nieuwe contacten. Erg leuk! Nadat M en N mij ook hadden thuis gebracht was het weekend weer voorbij. Wat was het weer een fijn weekend!