anneeikelboom.reismee.nl

De minibus

De bus in Malawi is ietsje anders dan die in Nederland. Om te beginnen is het een klein wit busje. Achterin zit een bank voor vier personen hiervoor zitten drie rijen ook voor vier personen, de stoel aan de kant van de deur kun je inklappen zodat de mensen ook de achterste rij kunnen bereiken. Als er iemand van deze rij uit moet, moeten diegene die op de inklapstoelen zitten opstaan en aan de kant gaan. Geen probleem. Het personeel bestaat uit een chauffeur, die net als alle andere bestuurders in Malawi een stuur aan de rechterkant heeft, en een assistent. De assistent roept mensen en regelt de betaling. Dit werkt zo: je zegt waar je heen wilt als je instapt. Hij rekent dan uit hoeveel je moet betalen. Als we rijden int hij het geld van iedereen. Het geld van de personen achterin wordt gemoedelijk doorgegeven naar voren. Malawi mag dan Ă©Ă©n van de armste landen ter wereld zijn, dat is aan de manier waarop hier het geld zo wordt toevertrouwd aan de anderen in de bus niet te zien. De assistent onthoudt waar je er uit moet en zorgt dat de buschauffeur hier ook stopt.

Nu jullie allemaal bekend zijn met het Malawiaanse bussysteem zal ik jullie vertellen hoe Monica en ik dit avontuur, want ja dat was het, beleefd hebben.


Omdat het de eerste keer was dat we met de bus gingen, en we dus niet wisten waar we er uit moesten en hoeveel we moesten betalen e.d. ging er een leerkracht mee om ons te begeleiden, Gabriel. Nadat we naar de bus hadden gezwaaid (geen duim, maar een soort gebaar wat wij maken als iemand juist weg moet in plaats van moet komen) stopte er een busje. Er was nog genoeg plek. Monica en ik zaten achterin en konden goed zien wat er gebeurde. We keken onze ogen uit. Er lopen hier allemaal mensen naast de weg, ook wordt er veel verkocht aan de kant van de weg. Fruit en groente, maar ook worden hele koeien ontleed en in stukken verdeeld. Ook zijn er wat mensen die fietsen, wat met al die scheurende witte busjes niet helemaal veilig is. Er wordt flink wat afgetoeterd. Even tanken bij het benzinestation en weer op weg.. PANG.. huh? Wat gebeurt er? Mensen kijken naar ons rechter voorwiel.. we hebben een klapband. Wij uit de bus. Het is maar goed dat dit niet al rijdend op de weg gebeurde, dan waren we misschien wel over de kop gevlogen. De volgende halte was een stukje lopen, langs veel zittende mensen op kleedjes die dingen verkochten en een aantal bedelende dunne, vieze en hongerige kinderen. Iedereen steekt gewoon de weg over als hij of zij denkt dat het kan.


Ons volgende busje bracht ons zonder gekkigheden naar de plaats van bestemming. De telefoonwinkel, voor internet en de supermarkt. Omdat Gabriel nog steeds ons begeleidde trakteerden we hem op een drankje. Meneer koos het duurste van de kaart, een milkshake. Dit had hij nog nooit gehad vertelde hij. Het was een soort roomijs met stukjes chocolade en saus. Hij liet ons ook proeven, het was erg lekker. Ook hij genoot!


Dan nu de terugweg. We vonden snel een busje. Monica tussen twee mannetjes op de achterbank en ik daarvoor op de klapstoel. Bij de eerste stop moest er iemand uit. Ik ging aan de kant, want ik zat op de klapstoel. Hoor ik Monica ineens heel hard lachen: “hahahah een kip in de bus”. Jahoor, iemand had een levende kip mee in de bus en hield hem aan zijn nek en vleugels vast. Geen kooi, doos oid. Waarom niet? (later zei een leraar dat ze bij ons ook honden in de bus hebben..dat vinden ze hier dan gek.) De andere mensen in de bus vonden de kip niet erg opvallend, ze vonden ons opvallender. Ook omdat we nu gingen leren wat een kip in het Chichewa betekent. Namelijk Nkhuku. Ja, spreek dat maar eens goed uit. Na heel wat gegier en uitleg dat we uit Nederland komen waren we bij de eindhalte. Een plein van zand en heel veel hobbels was een soort busstation. Aan de andere kant van het plein, hier zat nog een soort markt tussen, vertrok onze andere bus, richting het hostel. Eenmaal rijdend kwam er een jongen voor het raam staan die probeerde schoenen te verkopen. Ik vertelde hem dat ik al schoenen had, ja al twee. Onze leraar, in tegendeel, was wel geintresseerd in de schoenen en pakte er één aan om te bekijken. Inmiddels besloot de chauffeur dat we moesten vertrekken. Hij reed weg. De jongen die de schoenen verkocht rende met een hoofd dat boekdelen sprak (oh nee daar gaat mijn schoen en die meneer heeft nog niet betaald). Ik had erg medelijden met de jongen. Hij rende als een kip zonder kop achter het busje aan, over de rotonde.. Ondertussen werd aan de chauffeur duidelijk gemaakt dat hij even moest stoppen bij de rotonde. De leraar betaalde de jongen (met ons geld), de jongen blij en wij blij. Nou poe. Wat een avontuur, wie had dat gedacht? “Is dit jullie eerste keer met de bus? Dit gebeurt namelijk elke dag”, zei een mevrouw naast ons. Ha,, wat een grap.


Hierna voerden we nog een goed gesprek met twee studenten uit Lilongwe die naar de universiteit gingen bij ons in de buurt. Het ging over Amsterdam (die wilde stad met drugs en prostituees), het huwelijk in Nederland (je wordt verliefd, woont even samen en trouwt dan en krijgt kinderen.. of het gaat in een andere volgorde..), wat zij deden in het weekend (drinken..) en over hoe we hun naam moesten uitspreken. Het was nogal ingewikkeld, de conclusie was dat we ze maar Po en Zaai zouden noemen, dit konden we onthouden.


Eenmaal bij de halte van het hostel stapten we uit, het was pikdonker en ik zag geen hand voor ogen. Lantaarnpalen hebben ze niet.. Gelukkig wist Gabriel waar we waren en hoe we moesten lopen.

Wat een avontuur, toch?

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!